Van een klant ontving ik het verzoek voor haar op zoek te gaan naar een goede diskant gamba.
Het begon meteen bij me te kriebelen, het bouwen van een gamba is een heel inspirerende bezigheid en ik heb haar aangeboden het instrument persoonlijk voor haar te bouwen.
Het sprak haar aan en dus ben ik begonnen , eerst het bestellen van een tekening bij het MIM, dat is het Brussels Muziekinstrumenten Museum, vanwege technische problemen duurde het geruime tijd voordat ik de tekening kreeg.
Nu kan ik beginnen.
Het lijkt me leuk een gedetailleerd verslag van de bouw te geven, van tekening en ruw materiaal tot het klinkende instrument, allereerst dus de tekening, wat staat daar allemaal op en wat doen we met deze gegevens.
We beginnen met het overtrekken van de vorm van de klankkast, dit doe ik op een stuk min of meer doorzichtig vel papier, met een paar stukjes schilderstape bevestig ik het overtrekpapier op de tekening, zonder de tekening te beschadigen kan ik het later weer losmaken.
Het overtrekken moet zo precies mogelijk gedaan worden, de plaats van het halsblok is een belangrijk gegeven.
Voor later teken ik ook alvast de positie van de zangbalk en positie en vorm van de klankgaten, bij deze gamba zijn dat omgekeerde c-vormen.
Vrijwel geen gamba is symmetrisch, dit kan bij de bouw zijn oorsprong hebben of door gebruik en reparaties, de vraag is; ga ik het instrument precies en dus a-symmetrisch namaken of kies ik voor een kant welke ik het meest representatief voor de vormgeving vind en spiegel die zodat het nieuwe instrument symmetrisch wordt, ik kies voor het laatste.
Van de tekening maak ik een sjabloon, ik gebruik hiervoor stevig materiaal zoals triplex of ,in dit geval fiberboard.
ik houd hierbij rekening met de dikte van de zijkanten, de sjabloon en later de mal corresponderen dus met de binnenkant van het instrument.
De zorgvuldig gevormde sjabloon leg ik op een stuk multiplex 18 mm, teken de vorm hierop over, zaag het uit en herhaal dit , zodat ik twee gelijke delen krijg. Deze delen leg ik op elkaar en bewerk ze gelijtijdig , ze moeten dezelfde vorm krijgen als de sjabloon.
Wanneer dit klaar is zaag ik sleuven in de beide maldelen, zo heb ik straks ruimte voor de lijmklemmen. Vervolgens lijm ik de twee delen aan elkaar, teken af waar de houten pennen moeten komen die dienen om de sjabloon op zijn plaats te houden en boor hier twee gaatjes ter dikte van de pennen, belangrijk is deze haaks te boren zodat de pennen haaks in de mal komen te zitten.
Nu de mal klaar is kunnen we beginnen met de blokjes, bij de hals komt het halsblok, bij de onderkant het eindblok en in de hoeken van de c-inham de hoekblokjes.
Belangrijk is het om de grootste hoogte van de krans aan te houden, deze is namelijk niet overal gelijk, later kan ik dan , wanneer de zijkanten er op zitten, deze hoogte aanpassen door er iets af te schaven. De blokjes moeten met de nerf in de lengterichting en met de nerf naar buiten gericht geplaatst worden, dit is belangrijk voor zowel de klank als de constructie, ik gebruik voor deze blokjes zorgvuldig gedroogd hout van 15 jaar oud.
Alle 6 zijkanten zijn nu gelijmd , echter de bovenste zijkanten moeten nog aan het halsblok worden gelijmd, de vorm is zorgvuldig gebogen, de kant van het achterblad is op het halsblok smaller dan de kant van het bovenblad, hier moet je met het buigen rekening mee houden.
De volgende stap is dus het lijmen aan het halsblok en daarna de lijmrandjes.
Dit zijn smalle reepjes fichte of wilg van ongeveer 2 mm dik die aan de binnenkant van de zijkanten worden gelijmd zodat het lijmoppervlak voor het boven- en onderblad wordt vergroot, de zijkanten zijn immers maar 1,2 mm dik, dit is onvoldoende om een goede hechting te krijgen.
Nu zijn de zijkanten helemaal op de blokjes gelijmd, we kunnen nu de lijmrandjes maken, buigen en lijmen. De lijmranden maak ik van wilgehout, dit heeft een goede struktuur en geeft een fijn contactoppervlak.
Het is belangrijk de vorm van de zijkanten goed in de gaten te houden, de lijmrandjes moeten precies aansluiten op de binnenkant van de zijkanten en in de blokjes worden geplaatst.
Inmiddels zijn alle lijmrandjes geplaatst, de tijd is aangebroken om de bovenkant van de ribben met de gelijmde lijmranden vlak te schaven, hierna kunnen we beginnen met het uitzoeken en lijmen van de twee gespiegelde delen van het bovenblad, deze is van fichte hout, een mooie rechte nerf, niet te fijn is het beste voor dit instrument.
Nu kunnen we het bovenblad gaan maken.
Het fichtehout dat er voor wordt gebruikt is kwartiers gezaagd met een zoveel mogelijk rechte nerf en bestaat uit 2 delen die elkaars spiegelbeeld zijn. Ik gebruik uitsluitend hout dat minimaal 6 jaar onder optimale omstandigheden is gedroogd.
De belangrijkste eigenschap is een goede klank. Door het hout te bekloppen en er overheen te wrijven ( te strelen)🙂beoordeel ik deze eigenschap.
De eerste stap is het 2 delig hout werkelijk in 2 delen te splitsen, daarna kan het bewerken van de lijmvlakken beginnen, deze moeten perfect op elkaar passen.
De tweede stap is het vlak maken van de onderkant van het blad.
Van de tekening nemen we nu de lange contour over, dus die van hals naar onderkant.
Eerst weer op papier, dan uitsnijden en overnemen op een stevig stukje plaatmateriaal, zoals triplex of board.
Daarna nemen we de middencontourlijn over, die tussen de klankgaten, verder dezelfde werkwijze.
Met deze 2 contourlijnen kunnen we het bovenblad gaan vormen, we beginnen met het op dikte maken van het blad in het midden, dus op de dikte tussen de klankgaten, deze is 18,5 mm. voor de zekerheid nemen we 1 mm. meer. Vanuit het midden teken we op 5 cm naar boven en naar beneden een lijn, vanaf deze lijnen schaven we het blad in de contour van de lange contourlijn, we houden dus een recht stuk van 10 cm. in het midden.
Als we dit klaar hebben schaven we heel voorzichtig vanuit het midden de contour.
Nu zijn we toe aan het gutsen en schaven van de middencontour,